Wat is er nodig om te brandschilderen?
Bij brandschilderen wordt meestal gewerkt vanaf een patroon. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een lichtbak, een verscheidenheid aan penselen en kwasten, speciale verfpoeders en mediums zoals azijn, Arabische gom, venetiaanse terpentine of speciale oliën.
Hoe ontstaat een gebrandschilderd raam?
Als eerste worden de contour- of hoofdlijnen van de afbeelding op het glas geschilderd. Deze hebben bijna altijd de kleur zwart of bruin of een mengeling hiervan. Vervolgens gaat het glas de glasoven in worden de lijnen op hoge temperatuur ingebrand. Door deze hoge temperatuur wordt het glas een beetje zacht en kan de glasverf in de oppervlakte van het glas dringen. Om te voorkomen dat er spanning in het glas komt, wordt de temperatuur langzaam opgestookt en afgebouwd.
Als het glas is afgekoeld kan met grisaille de schaduw worden aangebracht, waardoor diepte ontstaat. Grisaille is het met een platte kwast aanbrengen van een dunne laag glasverf over de hele afbeelding. Om een egaal geheel te krijgen wordt de laag gedast. Dassen is het heel licht verdelen van de grisaille met een daskwast, een kostbare kwast met echte dasharen. Daar komt ook de term ‘dassen’ vandaan.
De schaduwen ontstaan door verf weg te halen door middel van tamponneren, lijnen trekken of vegen. Dit gebeurd met kwasten, stokjes, wattenstaafjes, kraspennen en dergelijke. Afhankelijk van de zwaarte die de schaduwpartij nodig heeft, wordt het hele proces van het grisaille aanbrengen meerdere keren herhaald om het gewenste resultaat te krijgen.
Kleuren bij brandschilderen
Als de contourlijnen en grisaille zijn ingebrand, kan er zilvergeel worden aangebracht. Dit is een kostbare glasverf die bestaat uit een medium (bruine leem) en zilvernitraat. Hoe hoger het gehalte van het zilvernitraat hoe donkerder de kleur, variërend van citroen geel tot diep goudgeel. De kleur is ook afhankelijk van het soort glas, de hoeveelheid verf die is aangebracht, de inbrandperiode en de hoogte van de temperatuur. Het zilvergeel gaat tijdens het stoken een verbinding aan met het glas. Het trekt er dus echt in. Dit in tegenstelling tot de overige verven die aan de oppervlakte van het glas blijven. De leemlaag wordt nadien afgespoeld.
Naast de contourlijnen, grisaille en het zilvernitraat zijn er ook nog emailles en transparante glasverven. Hiermee kan wat kleur in een voorstelling worden aangebracht. De emailles zijn wat intenser van kleur dan de transparante glasverven.